De afgelopen maanden ben ik druk bezig geweest als jurylid voor een van de grootste schrijfwedstrijden in mijn genre: Fantastels. Zojuist heb ik mijn juryrapporten ingeleverd, dus is het tijd om de balans op te maken.
Ik kreeg 42 verhalen voorgeschoteld.
De stapel op de foto zijn alle uitgeprinte verhalen. Als je er een meetlat naast legt, kom je op 9 centimeter.
Ik schreef 36.389 woorden (en een beetje, want een paar rapporten schreef ik meteen op de daarvoor bestemde website) aan jurycommentaar.
De limiet voor een Fantastels-verhaal is 12.000 woorden, dus eigenlijk schreef ik meer dan drie verhalen.
Dit schreef ik vooraf op de site van Fantastels in mijn voorstelstukje:
Ik geniet van het schrijven over andere werelden, vol personages met bijzondere gaven en de problemen die daardoor op hun pad komen. Die passie draag ik graag over op anderen. De beste manier om dat te bereiken is verhalen voorzien van goed onderbouwde, opbouwende kritiek.
Nou, een ding is zeker, die negen centimeter aan verhalen heeft me naar allerlei vreemde, spannende plekken gevoerd. Ik heb veel mooie personages leren kennen die in de meest vreselijke situaties verzeild raakten. Sommige van hen zullen me nog lang bijblijven.
De belangrijkste conclusie die ik na het afronden van mijn bijdrage aan Fantastels kan trekken, is dan ook dat ik me vooral heel erg heb vermaakt tijdens het jureren en dat er in Nederland en Vlaanderen veel talent rondloopt.
Ik ben erg benieuwd welk verhaal op 7 april de mooie, zilveren trofee in de wacht zal slepen!
Voor meer informatie over Fantastels, de prijsuitreiking en hoe je de volgende keer mee kunt doen, click hier.